Nederlandse pers klopt massaal aan bij de Groene Sint

Leestijd: ca. 2 minuten

Zoals jullie inmiddels vrijwel zeker hebben meegekregen (gezien de publiciteit), is maandag laat op de avond, na de uitzending van Tros Radar, de Groene Sint campagne van Oxfam Novib van start gegaan. De campagne is bedoeld om aandacht te trekken voor het grote percentage chocoladeletters en repen dat in de winkels ligt zonder juiste vergoeding voor de cacaoboeren.

De campagne bestaat uit een aparte website waar het Groene Sint journaal staat samen met diverse andere acties EN een uitgebreide Hyves actieviral, waarmee mensen hun eigen actieheld kunnen aanmaken, de ‘virtuele’ gevel van winkels die  foute chocolade verkopen kunnen besmeuren en een widget op hun profiel kunnen plaatsen. Dit allemaal gericht op het verkrijgen van aandacht en besef.

Zelf heb ik een kleine rol in de campagne en zie ik wederom bevestiging van de potentiële kracht die goede Online PR herbergt. In Nederland hebben we nog een tekort aan cases op Online PR/Social media gebied, dus ik wil deze graag delen met jullie. Binnen no time is het team van Oxfam er samen met externe marketeers in geslaagd de campagne in heel Nederland bekend te maken bij de pers, met alle gevolgen van dien. Zo stonden er nog dezelfde avond al artikelen op bijvoorbeeld Nu.nl , Volkskrant.nl en Telegraaf.nl. De volgende dag werden zij al snel gevolgd door onder andere marketingweblogs Marketingfacts , Idealize en Dutchcowboys. Diezelfde dag kwam de campagne ook op Radio 3FM en het RTL Z zakelijke programma.

Conclusie: Oxfam en het campagneteam zijn er enorm snel in geslaagd de beoogde aandacht landelijk los te krijgen. Vandaag kwam echter de absolute klapper. De Christenunie heeft besloten Kamervragen te gaan stellen over de kwestie ‘Foute’ chocolade…….dat las ik vandaag in de Spits (zie foto). Geweldig om te zien wat een dergelijk campagne aan kan richten in ons kikkerlandje en hoe Offline en Online elkaar kunnen versterken. Hulde voor Oxfam Novib, een fraai stukje crossmedia storytelling.