Vijf tips om een burn-out te voorkomen

Leestijd: ca. 3 minuten

Je hoort het deze dagen vaak, zowel in de politiek als in het bedrijfsleven: steeds meer mensen raken overwerkt en krijgen een burn-out. Ben jij gevoelig voor stress? Maak je je zorgen over de oorlog in Oekraïne? Vraag jij je af hoe je de energierekening deze winter moet betalen? Is de werkdruk te hoog? Of wordt je gepest op je werk? Pas op voor een burn-out, letterlijk: opbranden. Wees het voor en voorkom dat je batterij leeg raakt.

Tip 1: Herken de signalen en kom in actie

Heb je last van vermoeidheid, pieker je veel, slaap je slecht, ben je snel prikkelbaar en kun je je niet meer concentreren? Dit zijn duidelijke signalen. Ook lichamelijke klachten als maagpijn en misselijkheid zijn een signaal. Wees je er bewust van en doe een stapje terug.

Luister naar jezelf. Zeg nee tegen je collega die je vraagt om een extra project op te pakken. Ga op zoek naar de oorzaak van je stress en vraag om hulp als je er zelf niet uit komt.

Tip 2: Geef je grenzen aan

Door je grenzen aan te geven, geef je een duidelijk beeld af en weten anderen wat ze aan je hebben. Hierdoor ervaar je minder stress en krijg je meer rust. Bovendien geef je anderen hiermee de kans je te helpen. Kom je er zelf niet uit, praat dan met je leidinggevende of (bij een groter bedrijf) praat met de bedrijfsarts, ook als je nog geen burn-out hebt maar op zoek bent naar een betere werksituatie.

Tip 3: Neem tijd voor ontspanning en beweging

Neem na een periode van stress tijd voor ontspanning. Zo kun je herstellen van de stress. Probeer dit voor jezelf in te plannen.

Wist je dat bewegen niet alleen goed is voor je lichaam, maar ook voor je hoofd? Bouw bewegen zoveel mogelijk in tijdens je dagelijkse bezigheden. Pak de trap in plaats van de lift en doe kleine boodschappen op de fiets in plaats van met de auto. Woon je zo’n tien kilometer van je werk? Pak dan de fiets. Werk je veel achter het bureau? Ga op zoek naar een sta-bureau of maak regelmatig een wandelingetje tussen de vergaderingen (en plan dit in).

Tip 4: Zorg voor een goede werk-privé balans

Is bij jou de balans tussen werk en privé in orde? Waar kun je verbetering in aanbrengen? Kijk je bijvoorbeeld ’s avonds nog naar je werkmail? Probeer deze af te sluiten, morgen is er weer een dag. Dit geldt ook voor je werktelefoon, tenzij er een calamiteit is. Heb je problemen op je werk? Probeer het van je af te zetten (maak een wandeling) en praat er met mensen over. Zorg voor voldoende rust zodat je de volgende dag voldoende opgeladen bent en niet met 1-0 achterstaat.

Tip 5: Leg de lat niet te hoog

Wees lief voor jezelf en luister naar je lichaam. Stop op tijd. Streef niet altijd naar een 10, een 7 is soms ook goed genoeg. Niemand is perfect, fouten maken is menselijk. Realiseer je dat het soms best even iets minder mag.