Leestijd: ca. 9 minuten

In het eerste en tweede artikel ben ik ingegaan op het debat over netneutraliteit en de economische motieven die dit debat voeden. Netneutraliteit is echter niet alleen een economisch geladen begrip, daarvoor hangt het te nauw samen met maatschappelijke thema’s als democratie en vrijheid in informatievergaring. In dit artikel ga ik in op de verwevenheid van het principe van netneutraliteit met een ideologie die vrijheid, gelijkheid en democratie op het web predikt. Een (utopische) ideologie die we terugzien in zowel academische, als journalistieke en overheidspublicaties  vanaf de jaren negentig tot vandaag de dag.

Ik zal hierbij ingaan op twee utopische beloftes rond het web en hoe het principe gelijkheid  altijd leidend is geweest in deze beloftes. Ik begin bij de jaren negentig waarin het grote publiek voor het eerst kennismaakt met het web en de Amerikaanse overheid het web positioneert als Information Highway. Het tweede voorbeeld is het  web 2.0., waar beloftes over participatie en gelijkheid van gebruikers nadrukkelijker daar waren dan ooit te voren.

Information Highway
Het web, zoals elk nieuw medium in de beginfase, droeg vanaf de eerste publicaties door academici en overheden de last van de ideologische connotatie van ‘nieuw staat gelijk aan beter’. Een modernistisch geloof in sociale progressie ingegeven door nieuwe technologie, ook wel technologisch imaginaire genoemd. Dit utopische beeld sprak al in enkele van de metaforen die in de jaren tachtig en negentig in academische en overheidspublicaties de revue passeerden: Cable Revolution, Networked Society, Information Highway.  Dit laatste voorbeeld haalde de covers van vele tijdschriften en wordt tegenwoordig sterkt gelinkt aan voormalig Amerikaans vice-president Al Gore.

De metafoor/het project Information Highway evolueerde tot Global Information Infrastructure (GII). Het terugtrekken van de Amerikaanse overheid uit het project, met als reden dat ondernemers, gemeenschappen en individuen de mogelijkheden kregen om zelf waarde toe te voegen aan het web op het gebied van infrastructuur, diensten en content, lag hieraan ten grondslag. Het web, in zijn nieuwe hoedanigheid, leverde echter niet in aan utopische beloftes. Gore sprak voor de International Telecommunications Union (ITU) de volgende woorden: “In a sense, the GII will be a metaphor for democracy itself (…) The GII will not only be a metaphor for a functioning democracy, it will in fact promote the functioning of democracy by greatly enhancing the participation of citizens in decision making”.

Ik wil gelijk hier al benadrukken hoe de visie, de GII als metafoor voor democratie, van Al Gore verweven is met een neutraliteit- dan wel gelijkheidprincipe. Een democratie is een bestuursvorm gebaseerd op een gelijkheidsideaal; een algemeen principe dat iedere burger (wettelijk) gelijke rechten en een gelijke behandeling in gelijke gevallen toekent. Een directe parallel is te trekken naar netneutraliteit: elke gebruiker heeft gelijke rechten en elke gebruiker die een data-aanvraag doet op het web (bijvoorbeeld het openen van een website) wordt gelijk behandeld.

Web 2.0: utopische hoogtepunt
Halverwege het eerste decennium van deze eeuw verscheen een, inmiddels voor iedereen meer dan bekende, term op het online toneel: web 2.0. Het idee achter deze term is dat door een assemblage van software, hardware en sociale elementen het web kwalitatief is veranderd. Een verschuiving gekenmerkt door karakteristieken als co-creativiteit, participatie en openheid (O’Reilly). Opnieuw voert het principe gelijkheid de boventoon in de beloftes van het web. Consument en producent zijn meer gelijk dan ooit en concurrentie tussen web 2.0-producten als foto- en videosites vindt plaats op kwaliteit, omdat zij allemaal gelijkwaardig te bereiken en te gebruiken zijn. (op basis van netneutraliteit)

Web 2.0 zou ook een grote impact hebben op de publieke sfeer en de democratie. De dagen van de publieke sfeer als ‘face-to-face’-communicatie zouden voorbij zijn, de vraag naar democratie werd overgenomen door een elektronisch gemedieerd discours, mede ingegeven door de mogelijkheden tot participatie van een ieder met een verbinding tot het web. Waar in eerdere ‘nieuwe’ media als radio, film en televisie de meeste burgers uitgesloten van de democratische discussie en er een gelimiteerde hoeveelheid meningen en visies circuleerde, kan op het web iedereen participeren in discussie en debat, was een veel bejubelde filosofie.

Ook hier is gelijkheid het toverwoord. Gelijkheid als we naar de rol van gebruikers kijken, gelijkheid als we kijken naar de toegang tot het web zelf, gelijkheid als we kijken naar het vervagen van sociale en politieke hiërarchie, alsmede een hiërarchie tussen consument en producent

Netneutraliteit is meer dan gelijke bits
Netneutraliteit beschrijft hoe informatie haar weg vindt op het web; namelijk ongereguleerd. Afschaffing van dit principe raakt de consument. De consument is meer dan slechts een consument, hij is ook burger. En netneutraliteit garandeert burgers vrije informatievergaring en vrije discussie. Het ethische imperatief van netneutraliteit behelst het voorkomen dat private industrieën de mogelijkheid hebben informatie te ‘censureren’ op basis van hun commerciële belangen. Als inwoner van een vrij land heeft de burger altijd recht op vrije toegang tot informatie van zijn keus, onaangetast in toegankelijkheid.

De afschaffing van netneutraliteit druist in tegen de ideologische opvatting van het web als een massamedium voor iedereen. Een massamedium waar elke burger, zelfs de meest gemarginaliseerde, een gelijk recht heeft op toegang tot en deelname aan het informatieverkeer. Afschaffing heeft grote gevolgen voor het maatschappelijk debat: waar een grote contentproducent misschien nog wel een provider zou betalen om zijn verkeer voorrang te geven, kan de website van een belangengroep die opkomt voor een minderheid of een principieel belang, zoals een vrij web, dat niet. Een neutraal communicatiemedium is de basis van een democratie.

Ook in deze context is het onderscheid dat op dit moment in Amerika wordt voorgesteld, tussen het reguliere web en het mobiele web, vreemd. Tegenwoordig hebben juist veel mensen via mobiele telefoons toegang tot het web. In een continent als Afrika is de mobiele telefoon juist de voornaamste drager van informatie. Door het voorstel van de FCC staan alle gebruikers van het mobiele web bloot aan het gevaar dat zij slachtoffers worden van discriminatie in service. Het is bizar dat een fundamenteel recht op toegang tot een informatiebron naar keuze alleen geldt als een gebruiker achter een op WIFI aangesloten apparaat zit en dat het niet zou gelden als hij zijn smartphone gebruikt.

Informatieweg wordt Tolweg
Minachting van netneutraliteit heeft indringende gevolgen voor het web als medium voor democratie en het web als een massamedium dat bijdraagt aan het maatschappelijk debat. Want wat betekent het voor informatievrijheid als een provider ervoor zorgt dat NRC.nl langzamer en moeilijker te bereiken is dan Telegraaf.nl? Dan is er sprake van een invloedrijke macht in het proces van informatievergaring. Dit druist in tegen fundamentele rechten die wij, als burgers, hebben. Natuurlijk is dit nog geen realiteit, het behoudt van netneutraliteit zorgt ervoor dat dit ook nooit realiteit wordt.

De metafoor van de Information Highway, zoals ooit geïntroduceerd door Al Gore, staat onder druk. Informatiesnelwegen dreigen tolwegen te worden met als gevolg dat burgers afgesloten kunnen worden van de mogelijkheid om een vrije keuze in informatievergaring te maken. Een netneutraal web beschermt de vrijheid van informatie. Een netneutraal web draagt bij aan democratische praktijken en is een waardevolle bijdrage aan het maatschappelijk debat.  Zoals de Amerikaanse senator Al Franken zei tijdens de Netroots Conference 2010 in Las Vegas: “Net Neutrality is the First Amendment Issue of Our Time”. Nu is het tijd voor ontwikkelaars, producenten, politici, consumenten en burgers om netneutraliteit ook daadwerkelijk zo te behandelen.

Deze post is gebaseerd op mijn scriptie over netneutraliteit voor de studie Nieuwe Media en Digitale Cultuur aan de Universiteit Utrecht. De vorige twee artikelen lees je hier en hier.  Ondertussen meer lezen hierover? Ik heb een bescheiden archief rond dit thema op Delicious.

Over de auteur

4 reacties

  1. Bram Koster

    @Thomas: fraaie afsluiting van mooie serie, Thomas! Maar als ik nou eventjes heel flauw de Tom Egbers mag spelen hier: wie denk je dat er gaat winnen? De ideologie of de commercie?

    De US zijn bijv. misschien wel blij met de openheid van het web in het geval van Egypte, maar niet in het geval van Wikileaks. Welke rol gaan zij spelen? En hoe ligt bijv. de balans tussen telco’s, drijvers van het mobiele web, en de overheden? Interessante case daarbij is de rol van Vodafone in Egypte, waarbij ze werden “gedwongen” (hun woorden) namens de overhied een sms te sturen aan al hun abonnees en daar vervolgens over gingen piepen.

    Spannende strijd dus. Maar wat vul ik in op het toto-formulier?

    Beantwoorden
  2. Thomas

    Tja Bram, een veilige gokker zet in op de commercie.

    Als we de kijken naar andere media, zoals Wu doet in zijn cyclus (deel 1), is er geen ontkomen aan. Die scheurtjes zijn natuurlijk al zichtbaar, er is al een stuk meer centralisatie dan eigenlijk wenselijk is.

    Daarentegen is het web wel een medium waar een counterculture heerst. Er zal dus altijd verzet blijven (bijvoorbeeld iets als BoF) en er zullen voor een bepaalde groep altijd work-arounds zijn waarbij die gebruikers (deels) een hoop bespaard zal blijven.

    De safe-bet is echter toch op de commercie.

    Over het voorbeeld:

    Dat is inderdaad een lastige kwestie. Commerciële partijen zijn vaak zo neo-liberalistisch als de pest, dus die hekelen overheidsbemoeienis. Zeker als het gaat op bedrijfsvoering en marktwerking. In gevallen als Egypte is het iets aparts. Zou dat namelijk ook voorkomen buiten dergelijke regimes? (ik hoop van niet)

    Beantwoorden
  3. Bram Koster

    @Thomas: ik hoop idd dat het buiten dat soort regimes niet voorkomt. Maar ik schrok van de week wel van deze infographic op fastcodesign.com: http://bit.ly/dJWVVU. Blijkt dat ook de westerse wereld er toch redelijk lustig op los censureert…

    Beantwoorden
  4. Thomas

    Ja dat zeker.

    Echter is dat niet 100% een netneutraliteit-kwestie is, dit gaat meer om netcensorship. En hoewel die dingen dicht bij elkaar liggen.

    Een onderscheid is dat netneutraliteit gaat om ‘censuur’ op basis van commerciële motieven. Netcensorship is duidelijk op basis van politieke motieven.

    Allebei zeer slechte zaken uiteraard.

    Beantwoorden

Laat een antwoord achter

Je e-mail adres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.