Leestijd: ca. 4 minuten

Het inzetten van media die ook wel sociale media wordt genoemd houdt onze voortdurende aandacht. Is ook logisch omdat de mensen anders gaan werken en omgaan met de sociale media maar ook de mogelijkheden die de media biedt verandert met grote regelmaat. Naast het nadenken over de 6 tips is het dus ook belangrijk om te blijven experimenteren met de tips. Stel vast wat je wilt bereiken en meet de resultaten die het gevolg zijn van je inspanning. Leg ook de correlatie vast en kijk naar verbanden tussen oorzaak en gevolg. Waarom reageren mensen wel en niet bijvoorbeeld.

Deze tips geven een praktische handleiding voor het inzetten van verschillende sociale media.

 

Tip 1 – hoe vaak mag je iets plaatsen

Over het aantal plaatsingen dat je mag hanteren bestaat natuurlijk geen wetgeving. Het is aan jou om zoveel en zo vaak te plaatsen als je wilt. De aantallen die we geven zijn een richting. Wanneer je hebt te maken met mensen die niet actief zijn en weinig volgers, dan is de impact van een bericht dat je post al groter dan iemand die veel mensen en labels volgt, daardoor veel berichten ontvangt en je uiteindelijk één van de velen bent.
Over het algemeen:

  • bij Pinterest kun je 20 tot 25 berichten per dag plaatsen
  • voor Facebook geldt een aantal van 2 tot 5 berichten
  • foto’s via Instagram betreft een aantal van 2 tot 4 per dag
  • je mag 5 tot 8 berichten op Twitter plaatsen
  • voor Google+ is 1 tot 3 berichten voldoende

 

Tip 2 – wanneer mag ik iets plaatsen

Je mag plaatsen wanneer je wilt. Als we kijken naar het gedrag van mensen op sociale media dan is een patroon wel herkenbaar. Op basis van dat patroon geven we de volgende tijden. Bedenk wel dat relevantie, actualiteit en diverse andere factoren kunnen meespelen met het verbijzonderen van de deze tijdstippen.

  • voor Pinterest adviseren we van 0700 tot 1200 uur
  • bij Facebook zijn we tussen 1300 en 1600 uur het meest actief
  • op Istagram kun je gehele dag posts doen, tussen 1500 en 1600 uur is het beste moment
  • voor Twitter is van 1200 tot 1500 uur een goed moment
  • bij Google+ of het begin van de ochtend of het eind van de middag

 

Tip 3 – wat kan ik posten

De discussie over “wat is content nu eigenlijk” blijft aanhouden. Eigenlijk is het vrij simpel, alles wat te maken heeft met inhoud, tekst en beeld heeft te maken met content. Dus een factuur is ook inhoudelijk gevuld met content, een blog etc.
Contentdragers kunnen dan onder andere zijn:

  • testimonials
  • productbeschrijvingen
  • handleidingen
  • blog
  • vlog
  • quotes
  • reminder
  • etc

Tip 4 – is het goed wat ik plaats

Naast het gegeven dat de inhoud goed moet zijn en de tekst geredigeerd is, is het wel belangrijk om na te denken of het goed is wat je plaatst. Bedenk de volgende punten:

  • is de post goed opgebouwd
  • is duidelijk wat de klant wil lezen
  • is de relevantie aanwezig
  • zijn we zelf met product of merk duidelijk zichtbaar
  • bedenk welke plek je zichtbaar moet zijn, in een whitepaper bijvoorbeeld inhoud laten voorgaan en zelf eindigen met afzender
  • is het juiste moment gekozen

 

Tip 5 – reageer op reacties

Nadat je met de content aan de slag bent gegaan, je hebt het geschreven en online geplaatst, is het wel noodzakelijk dat je kijkt naar reacties van mensen. Op elke reactie moet je reageren in principe. Je moet er in elk geval minimaal over nadenken of je wel of niet reageert en zeker niet zomaar voorbij laten gaan.

 

Tip 6 – meet de inspanningen

Content plaatsen is de eerste stap. De tweede stap is experimenteren met de gegeven handvatten door te meten en te monitoren wat er gebeurt met en rond de content. Content zomaar even plaatsen is nagenoeg zinloos, content zal dus altijd onderdeel zijn van een groter geheel. Draagt de content plaatsing bij aan het realiseren van het grotere geheel.

Met deze 6 tips ben je je in elk geval meer bewust van de factoren die mede het succes van content bepalen.

Over de auteur

Laat een antwoord achter

Je e-mail adres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.