Leestijd: ca. 4 minuten

Vrijdag was ik te gast op de HVA om een lezing van Andrew Keen bij te wonen.  Keen, zelf benoemd anti-christ of sylicon valley en gezien als het enfant terrible van het internet, was weer in Nederland nadat hij een maand terug al op Incubate independent culture in Tilburg sprak. Bijgespijkerd was hier ook aanwezig en deed zowel in tekst als in beeld verslag hiervan.

Keen sprak o.a  over de rol van mediaprofessionals in een online wereld die steeds meer wordt beheerst door amateurs. Daarnaast ging het over een nieuwe elite die zich meldt aan het front, een elite van individuen.

Web 2.0 is een drama
Keen begint zijn verhaal door te refereren naar het oude web 1.0. Het web was als een piramide waarin in de top de content wordt gemaakt en beoordeeld door een elite die toen nog bestond uit organisaties. Vanuit de top zakte de content vervolgens naar de bredere laag van de piramide: de massa. ‘Media was perfect when controlled by the elite’ is een statement van Keen die deze periode onderschrijft. In het web 2.0 is de piramide gekanteld. De brede laag van de piramide maakt de content. Geheel in Keen’s traditie is Google de grondlegger in het drama dat volgens Keen web 2.0 heet. Google, door Keen bestempeld als hyper-kapitalisten die content rond advertising verkopen, is de oorzaak van deze kanteling. Zijn twee belangrijkste argumenten om het web 2.0 tot een drama te bombarderen zijn gerelateerd aan kwaliteit en business:

  • culturele ramp; kwaliteit van content is drastisch verminderd en de overload aan content geproduceerd door amateurs leidt tot chaos.
  • economische ramp; de  Long tail-theorie is een illusie, op het web is alles gratis en alles is te stelen.

Keen stelt daarnaast dat zonder betaalde content advertising en content zo met elkaar verstrikt raken dat je niet meer weet wanneer je wat leest.

Toekomst: return of quality
Tot zover het (bekende) verhaal van Keen. Interessanter was zijn visie op de toekomst van het web, een belangrijke trend in zijn visie is de ‘return of quality’ en de rol die social media hierin spelen. Twitter is hiervan een goed voorbeeld, jij bepaald of iemand genoeg kwaliteit tweet door hem te volgen of niet. De reden om iemand niet te volgen is het gebrek aan kwaliteit, mensen die je wel volgt voldoen dus aan jouw kwaliteitseisen. We gaan dus terug naar de piramide waarin de elite in de spitse top de kwaliteit bepaald. Het verschil zit in het feit dat de elite niet bestaat uit organisaties (web 1.0), maar uit individuen. ‘De economie van de toekomst is er  een van individuen, reputatie en aandacht zijn het belangrijkst’, aldus Keen.

Elite 3.0
Het verhaal over de elite zet aan tot denken. Neem de blogosphere hier in Nederland. Ik denk dat daar zeker een soort ‘elite’ waarneembaar is, de grote blogs met de meeste reputatie krijgen de meeste aandacht, selecteren en delen content. Een vorm van elite. Een ander voorbeeld van een soort elite zijn de innovators en early adopters, als de elite van bijvoorbeeld het web 3.0. Zal de piramide daadwerkelijk opnieuw kantelen? Is web 2.0 een overgangsfase geweest van de oude elite van organisaties naar een nieuwe elite van individuen. Ik ben benieuwd hoe de bezoekers van Bijgespijkerd hierover denken.

Over de auteur

7 reacties

  1. Sjef Kerkhofs

    Zoals gewoonlijk zegt Keen weer zeer doordachte dingen die hij echter veel te negatief verwoord. Ik vind namelijk dat de door hem genoemde ’terugkeer van kwaliteit’ en ‘elite3.0’ al tijden aan de gang zijn.

    Dit is in mijn ogen een van de belangrijkste kwaliteiten van het moderne web. We hebben allemaal de mogelijkheid als crowd onze kwaliteit te kiezen en segmenteren.

    Zoals je zelf al zegt, het is niet voor niks dat bepaalde blogs en experts 10 duizenden followers hebben en dus gezien worden als individu. Ik, en met mij veel anderen, zijn al lange tijd prima in staat zelf te kiezen welke content we wel aan kwaliteitseisen vinden voldoen en welke niet.

    Beantwoorden
  2. Max

    Keen’s kunstmatige scheiding tussen amateurisme en elitaire contentmakers vind ik academisch en oninteressant. Niemand hoeft mij te vertellen wat ik interessant moet vinden, dat bepaal ik zelf wel.

    Of er nu een zogenaamde elite van individuen ontstaat, well who gives a damn? Het zou voor mij een reden kunnen zijn om die elite vooral NIET te gaan volgen. Die populaire Nederlandse blogs volg ik sowieso al niet, het inspireert niet. Wat te mainstream is, wordt saai.

    Beantwoorden
  3. Sjef Kerkhofs

    @Max: Dat is precies het punt. Iedereen heeft een eigen set van kwaliteitseisen en kan op basis daarvan zijn/haar segmentatie uitvoeren. Zoals je zegt, je bepaald zelf wat je interessant vind.

    Ik ben een academisch persoon en vind dat soort processen dus wel interessant, maar ik kan me voorstellen wat je wil aangeven 🙂

    Overigens heb ik zelf ook wel wat problemen met de Nederlandse ’top’ marketingblogs. Vooral vanwege het zeer hoge vriendendienst-/incrowdgehalte (jij bent mijn vriendje, dus ik plaats jouw nieuwe project wel even op het blog). Dat is echter een andere discussie, kan ik uren met je over praten 😉

    Beantwoorden
  4. erwin blom

    Blijft opmerkelijk dat een man die zegt terug te willen naar kwaliteit zelf geen kwaliteitsdiscussie kan voeren, maar bij mij geloofwaardigheid verliest door in algemeenheden en extreme uitvergrotingen te vervallen. Internet heeft er voor gezorgd dat er veel meer rommel is, maar ook veel meer kwaliteit. Zowel inhoudelijk als qua discussie. Die kwaliteit vinden temidden van de rommel is de uitdaging. Daar helpen steeds vaker je ‘peers’ bij en steeds minder professionals als Keen. Wellicht zit daar zijn probleem?

    Beantwoorden
  5. Sjef Kerkhofs

    @Erwin: Agree….Keen overdrijft vaak erg, en dan ook nog enkel in negatieve zin. Hij heeft zeker een aantal interessante punten, maar vergooid dit door een soort van verbittering.

    Beantwoorden
  6. Bram Koster

    Tja, Keen heeft die positie nou eenmaal ingenomen, dus moet hij erbij blijven. Zeker omdat hij er inmiddels een aardige boterham mee verdient.

    Hij is ongeveer de Wilders van web2.0: overal tegen ageren, maar zelf niet zo sterk in het uitleggen waar het dan naartoe gaat. Het grote verschil met Wilders is dat hij de discussie wél inhoudelijk voert.

    En af en toe vind ik zijn inbreng ook wel weer verfrissend in de mêlee van positiviteitsgoeroes. Zet je in ieder geval aan het denken, wat nooit kwaad kan.

    Beantwoorden

Laat een antwoord achter

Je e-mail adres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.