Leestijd: ca. 5 minuten

Open data voor meer democratie, vrijheid, openheid en betere kwaliteit van leven en zelfs het verbeteren van mensenrechten. Dat is zo ongeveer de opvatting die Katherine Maher en Jake Barton hebben over open data. Het tweetal voerde samen met Annette Mees een kringgesprek onder leiding van Bonnie Shaw op Picnic 2011.

Voor we echter zover zijn dat open data bovenstaande doelen kan verwezenlijken moet er nog heel wat gebeuren. Tijd dus voor een paar tips die het gebruik en acceptatie van data moet versterken.

1. Bring a cake
Data en persoonlijke gegevens zijn gevoelige dingetjes. We vinden het vaak al vervelend om een foto van onszelf af te geven, laat staan een vingerafdruk in een paspoort achter te laten. Tegelijkertijd hebben we er totaal geen problemen mee om Gmail te gebruiken in de wetenschap dat alles wat wij schrijven gebruikt wordt voor tailor made advertenties. Hoe kan het dat Google in staat is om mensen te overtuigen om Gmail te gebruiken terwijl de overheid in continue worsteling is met de burger om iets sufs als een vingerafdruk?

“Neem taart mee”, zo luidt het antwoord van het panel. Er is altijd veel te doen geweest om het gebruik van persoonlijke informatie door Google. Waar Google echter in slaat is om vertrouwen te winnen bij de burger. Dat begint natuurlijk met sterke positionering (“Don’t be evil”) maar ook door het niet misbruiken van data. 1 misstap en je kunt inpakken. Eén van de panelleden (waarvan ik de naam niet weet) vertelde dat zij vaak taart meeneemt tijdens kwalitatieve onderzoeken. Simpelweg om het vertrouwen te winnen van de respondent.

2. Hark data bij elkaar
Dé manier om alles uit data te halen, is om data aan elkaar te knopen. Hans Rosling (GapMinder) heeft het tot één van zijn persoonlijke doelen gemaakt om data bij elkaar te harken zodat de data die we hebben meer context krijgt en zodoende beter geïnterpreteerd kan worden. Bekijk een van zijn vele filmpjes en je ziet wat de kracht van geaggregeerde data is.

Door bijvoorbeeld data over levensverwachting en BBP aan elkaar te koppelen is Rosling in staat om door de loop van de eeuwen heen te zien welk verband deze twee databronnen hebben. Op die manier krijgen we een bijzonder gedetailleerd inzicht in de historische ontwikkeling van landen én zijn we in staat om ze onderling met elkaar te vergelijken. Met name voor beleidsmakers is het aggregeren van data erg waardevol.

3. Overheid moet ruimte geven voor open data

De panelleden waren het eigenlijk over één ding wel eens: het is niet zozeer de overheid die data moet creëren of faciliteren voor de rest van de wereld. Commerciële partijen kunnen dit vaak beter en tegen lagere kosten. Denk bijvoorbeeld aan Google Crisis Response waarbij Google direct een infrastructuur biedt voor slachtoffers van de aardbeving in Japan om informatie in te voeren en te zoeken. Een ander voorbeeld was een telecom provider die direct na de aardbeving in Haïti zendmasten installeerde zodat het telefoonverkeer op gang kwam. De telco realiseerde dat zij sneller dan de overheid de communicatiestructuur op orde konden krijgen.

Overheden zijn dus niet in eerste instantie de juiste partijen om open data te laten verspreiden of om structuren op te zetten waarbinnen dat mogelijk is. Vaak zijn commerciële partijen hier beter in. Overheden moeten zich daarom niet focussen op open data, maar zorgen dat het gebruik van data en de verspreiding daarvan door anderen zo makkelijk mogelijk wordt gemaakt. Geen moeilijke regelgeving, geen lastige licenties en ingewikkelde procedures maar een klimaat waarin open data kan groeien en bloeien zonder de belangen van de burger te schaden.

Conclusie
Ondanks deze tips die het panel gaf, blijft er bij de burger nog een hoop argwaan bestaan als het gaat om open data. Met name privacy van data is daarbij een gevoelig onderwerp. We vinden het niet erg wanneer de locaties van onze mobiele telefoons worden afgegeven om te bepalen of er ergens file staat, maar we vinden het een minder leuk idee als onze baas weet (of zou kunnen weten) dat we op de snelweg zitten in plaats van kantoor. Met andere woorden, tracking is niet zo’n groot probleem, maar continue tracking wel.

De maatschappij is er nog niet helemaal uit. Als mensheid weten dat we op een ruwe diamant zitten, maar we moeten nog uitvogelen hoe we die kunnen slijpen, zodanig dat iedereen er iets aan heeft zonder negatieve gevolgen. Misschien biedt #PICNIC12 het antwoord…

Over de auteur

Robert is oprichter van CrowdResearch en mede-eigenaar van VanOns. Hij is op Twitter te vinden via @RobertvanE en zijn blog Robertvaneekhout.nl

Laat een antwoord achter

Je e-mail adres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.